De molenbiotoop

De biotoop van een molen heeft te maken met de omgeving van de molen, die afgestemd moet zijn op de aanwezigheid van een molen. De wind moet vrij naar de molen kunnen waaien en achter de molen ook weer weg kunnen. Een vrije windvang en –lossing (wind die ook weg kan) zijn dus nodig. Aangezien wind uit verschillende richtingen waait, geldt dit voor alle windrichtingen rondom de molen.
De molenbiotoop heeft ook te maken met belevingswaarde en zichtlijnen naar de molen. Een molen die ingebouwd raakt door huizen of andere gebouwen of ingegroeid raakt door bomen en hoge struiken, is niet of nauwelijks zichtbaar. Er gaat dan veel verloren van het cultureel-historische beeld van een open landschap rond de molen. De molen wordt niet meer gezien, niet meer beleefd door de omgeving. De molen kan niet, of onvoldoende, meer draaien en raakt in verval.

De Molenstichting Noord-Brabant heeft daarom voor elke molen in Brabant gekeken naar de biotoop van de molen en heeft aanbevelingen gegeven hoe de biotoop te verbeteren is. In samenwerking met De Hollandsche Molen en met steun van de provincie is het rapport Windmolenbiotoop Inventarisatie Noord-Brabant 2020 opgesteld. Deze inventarisatie is ook digitaal beschikbaar. Op http://www.molenbiotoop.nl/noord-
brabant kan dit rapport opgevraagd worden.

De molenbiotoop van de Oostenwind te Asten wordt in dit rapport helaas geclassificeerd als ‘zeer slecht’. Volgens de Vereniging ‘De Hollandsche Molen’ is er een aantal zaken waarin de omgeving sterk verbeterd zou kunnen worden. De Gemeente Asten werkt met diverse bestemmingsplannen die gelden in het gebied van de molen, geadviseerd wordt o.a. om één bestemmingsplan en plankaart te ontwikkelen met een vrijwaringszone molenbiotoop. Een vrijwaringszone molenbiotoop ontwikkeld door De Hollandsche Molen is opgenomen in de diverse bestemmingsplannen, maar daar wordt onvoldoende naar gehandeld tot nu toe.