De standerdmolen

 

De molen in Asten is een zogenaamde standerd- of standaardmolen, het oudste type molen in ons land dat door wind wordt aangedreven.

naar de wind draaien

De standaard midden in de molen (nr 1 op het plaatje) draagt het houten huis van de molen. Het huis (de kast) is draaibaar rondom de standerd. Dit draaien is nodig om de wieken naar de wind te zetten.
Dit gebeurt door middel van een haspel (2) en een ketting of kabel, die vastgelegd wordt aan een van de twaalf kruipalen rondom de molen.
Het haspel is bevestigd aan de staart (3). Deze staartbalk vormt samen met de trap het tegengewicht voor het wiekenkruis.

De molenstenen aandrijven

De wind brengt de wieken (4),de molenaar spreekt van roeden, in beweging.
Het wiekenkruis is bevestigd aan een houten as (5) en rond deze as zit een groot wiel. Aan dit wiel zitten een heleboel kammen.
Deze kammen grijpen in een rondsel (6). Dit rondsel zet de bovenste molensteen in werking, de onderste molenstaan draait niet. Het graan wordt tot meel gemalen tussen de twee stenen.

Het meel

Doorsnee standerdmolen

tekening: J. van Woezik

Het meel verlaat de stenen door een houten pijp (7) en valt in een zak (8).
Om een zak met graan naar boven te halen, kan de molenaar de windkracht gebruiken: de zakken worden bevestigd aan een touw (9).
Dit zogenaamde luitouw wordt rond een dunne as opgerold (10) en de zakken komen naar boven.